Camar, Oradea en Tămășeu

Wat is dat voor titel? Drie plaatsen in Roemenië die we vandaag bezoeken.

Vandaag hebben we dus een drukke dag: er staan drie bezoeken op de agenda. We beginnen in het zonnige Camar, onder een strakblauwe lucht. We bezoeken dominee Kanya Zsolt Attila en zijn vrouw Edit. Dit vriendelijke echtpaar woont nog maar een paar jaar in Camar. Edit werkt in de stad als docent.

Er is al veel gedaan sinds ze hier zijn: het gebouw naast de kerk is helemaal opgeknapt en je kunt daar ook verblijven. Vrouwen uit de gemeente hebben er op de zolder een klein handeltje: ze maken pasta (voor in de soep bijvoorbeeld) en die wordt verkocht.

In de zomer hebben ze soms een kinderprogramma waar ongeveer 70-80 kinderen naartoe komen. Verder zijn er zo’n 25-30 jongeren in het dorp. Het dorp ligt behoorlijk geïsoleerd en daarom wil dit echtpaar graag contact met Nederland. Het zou mooi zijn voor hen om een gemeentecontact te hebben. Contacten met Nederlandse jongeren kunnen de plaatselijke jongeren hopelijk ook helpen met hun Engels.

Na ons gesprek en een rondleiding gaan we gauw op weg naar Oradea. Daar ontmoeten we een medewerker van de thuiszorg in Oradea, dat wordt georganiseerd vanuit CE (Christian Endeavour) in deze stad. We bezoeken enkele adressen van mensen die geholpen worden. We rijden naar een appartement en via een smoezelige entree en trap bereiken we de woning van een bejaard echtpaar. Hij ligt al jaren op bed en heeft volledige verzorging nodig. Zijn vrouw is moeilijk ter been en kan hem niet helpen. Daarom bezoeken medewerkers van de thuiszorg hen dagelijks.

We spreken met de oude vrouw. Ze wonen en werken hun hele leven in Oradea. Een dochter van hen is net op bezoek. Die is erg dankbaar dat er hulp gegeven wordt. De overheid heeft geen mogelijkheden om thuiszorg te verlenen. De oude vrouw moet er soms enkele keren ’s nachts uit om haar man te helpen, maar het is al gebeurd dat ze zelf was gevallen. Ze is elke dag bang dat als ze ’s morgens opstaat haar man overleden is.

We vertrekken naar een alleengaande man van rond de zestig. Hij mist een been. Hij krijgt al enkele jaren meerdere keren per week hulp. Vol trots laat hij de douche zien die dankzij Nederlandse financiën verbouwd kon worden, zodat hij zelfstandig met rolstoel en al onder de douche kan.

Daarna gaan we naar een oudere Roemeense familie. De mensen (allemaal in de zestig en zeventig) wonen in een buitenwijk van Oradea. Als wij eraan komen zien we een groep Nederlandse jongeren aan het klussen. Ze zijn bezig met de aanleg van een riolering. Ook worden in de woning allerlei aanpassingen gedaan, zodat water en elektriciteit weer goed werkt. Twee schoonzussen hebben geen benen meer; hun man/broer zorgt voor hen. De wonden aan de stompjes van de vrouw moet dagelijks worden verzorgd. Dankzij de hulp van de medewerker van CE worden de wonden nu goed verzorgd. Overige medische voorzieningen zijn er niet voor hen. Zonder de hulp van CE was het minder goed afgelopen met deze mensen. Volgens hen kijkt het ziekenhuis of een arts er niet naar.

We bezoeken een jong Romagezin. Een deel van de Nederlandse jongeren is er aan het klussen om het hele huis op te knappen. Er zijn nieuwe meubels neergezet. De kamers worden opgeknapt en gesausd.

Aan het eind van de middag ontmoeten we ds. Pál László Attila en zijn vrouw in Tămășeu, een dorp een uurtje boven Oradea. We spreken met hem, zijn vrouw, kinderen en de voorzitter van de kerkenraad, terwijl we genieten van een lekkere maaltijd. Nadat we de kerk en de gebouwen die daarbij horen bekeken hebben, vertrekken we richting Hongarije.